Home > Ingezonden stukken > Archief 2

Archief 2

 

Van: w.rottier [mailto:w.rottier@chello.nl]
Verzonden: woensdag 24 november 2010 23:50
Aan: info@kanomaatje.nl
Onderwerp: Toerverslag Ardennen weekend

Toerverslag Ardennen weekend     

 

Gevaren:

De Salm van Vielsalm naar Trois Ponts, ongeveer 12 km.

Datum: 21 november 2010,

Deelnemers: Geertje, Anton, Marco, Ruud, Ivo, Geert, Arie, Wim.

Boten: polyethyleen wildwaterkayaks bestaande uit 3 speelbootjes, 4 combi's en een eenpersoons canadees van polyester.

Wildwatergradatie: 1-2

 

De Aisne van Fanzel naar Bomal, ongeveer 12 km.

Datum: 22 november 2010,

Deelnemers: Geertje, Anton, Marco, Ruud, Ivo, Geert, Arie, Wim

Wildwatergradatie: 1-2

Boten: polyethyleen wildwaterkayaks bestaande uit 3 speelbootjes, 4 combi's en een eenpersoons canadees van polyester.

 

Zaterdag:

De Salm werd gevaren vanaf het stuwmeer bij Vielsalm tot op de Ambleve, niet ver van Trois Ponts.

Het weekend er voor waren er overstromingen in heel België geweest en hoewel het water niet hoog stond was er nog genoeg over.

Van tevoren werd een korte bespreking gehouden waarin de volgorde waarin de deelnemers naar beneden zouden komen werd bepaald, en daar hield iedereen zich aan.

Ook over de veiligheid zoals hoe te handelen als iemand iets zou overkomen werd gesproken.

Degenen met een korte boot waren in het voordeel op het smalle water, met de flinke stroming en de vele keerwaters.

De laatste man voer in een canadees die op sommige plaatsen bijna net zo lang was als de beek breed was.        

Toch wist hij ook schijnbaar moeiteloos van keerwater naar keerwater te varen.

Een kanovaarder besloot maar meteen na de start een vervroegde Nieuwjaarsduik te nemen, dan had hij dat ook maar gehad.

Eenmaal weer in zijn boot gezeten kon de tocht weer verder.

De Salm kronkelt afwisselend door velden en bos en er lagen takken en omgevallen bomen in de beek, vooral in het eerste deel.

Soms wisten de deelnemers zich onder of over een boom door te werken, een paar maal moest iedereen uitstappen om vervolgens over te dragen.

Vooral voor de brug richting Grand Halleux lagen de omgevallen bomen en takken op korte afstand van elkaar.

Na de brug werd de beek beter bevaarbaar.

Na de volgende bocht moest er een stuw genomen worden.

Hier ging iemand zwemmen maar dat duurde gelukkig niet lang; het water was niet diep, de kant en een helpende hand waren in de buurt.

Tot aan de tweede stuw bij een voormalige watermolen verliep de tocht voorspoedig.

Bij de watermolen zijn er normaal twee mogelijkheden om beneden te komen, links via de "chickenroute",  rechts via de hoofdstroom.

De linkerdoorgang was versperd met een boomstam dwars over het water, dus iedereen moest rechts houden.

Het water kwam hier steil naar beneden en gedeeltelijk van opzij.

Twee vaarders die er niet recht af voeren of niet steunden sloegen om.

De eerste zwemmer wist zelf de kant te bereiken met zijn peddel, maar zijn boot bleef dwars op een boomstam in de stroom hangen.

Twee andere vaarders die inmiddels droog beneden waren gekomen, hebben de boot eruit getrokken en geleegd.

Traverserend en behulp van een pigtail ( verend koord met een haak ) aan zijn zwemvest lukte het een van de vaarders de boot naar de andere zijde te brengen waar de drenkeling zich bevond. 

De tweede man die was omgeslagen wist zichzelf, zijn boot en zijn peddel in veiligheid te brengen, petje af.

Weer verzamelde de groep zich.

Er volgde nog een paar spannende momenten bij een "afstap" enkele kilometers verder. Iedereen voer er aan de goede kant en met voldoende snelheid af waardoor niemand in de problemen kwam.

Ook de bocht met de stroomversnelling die even later volgde werd door alle vaarders goed genomen.

Daarna werd er wat vaart achter gezet, Trois Ponts was nog redelijk ver en de meesten kregen het koud.

Ondergetekende hoorde zijn tanden klapperen in de maat van zijn bibberende knieën.

Er kwamen ook geen lastige passages meer, alleen kleine stroomversnellingen en wat golven.

Na Trois Ponts voer de groep de Ambleve op om wat later uit te stappen.

De droge kleren werden uit de achtergebleven auto gehaald en na het aankleden verbaas je je erover hoe heerlijk het kan zijn om droge kleren aan te kunnen trekken.

De auto's werden van het eindpunt terug gereden en na het opladen konden de passagiers en de bestuurders in de auto's weer goed op temperatuur komen.

 

      Zondag:

 

De Aisne is een beekje dat in de Ourthe uitmondt in het dorp Bomal, bij Fanzel was het instappunt.

Na het gebruikelijke op en neer rijden ging de afvaart van ongeveer 12 km van start.

De "new old kid on the block" mocht de rode lantaarn dragen en ik denk dat hij dat wel makkelijk vond, op vinkentouw zitten.

Na een stukje varen doemde de eerste hindernis van takken op, er zouden er meer volgen maar hier konden de groep niet zonder meer omheen.

Twee behulpzame vaarders stapten uit en haalden takken weg die de doorgang versperden, de rest kon zo probleemloos doorvaren of droegen over voor de zekerheid.

Een kanovaarder die wel doorvoer, besloot de resterende takken van wat dichterbij te inspecteren, met een bad als gevolg.

De twee die nog op de kant stonden toonden zich ook hier behulpzaam en zo kon de tocht snel weer worden vervolgd.

De eerste stuw die opdoemde was er een met betonpalen over de hele breedte van de sloot waar meer water onderdoor stroomde dan overheen en waardoor een sifon ontstond.

Stop, sop, sleep, sop, instappen en hop.

De brug die snel daarop volgde was versperd met takken waardoor voor de tweede keer moest worden over gedragen.

Natuurlijk moest er weer een peddelaar tegendraads zijn en die besloot door een smalle brugopening te varen. Hij deed dat ook nog eens verkeerd om, blijkbaar dacht hij dat terug kon varen als het niet zou lukken. Het zat de eigenwijze sufferd mee en hij kwam er droog door.

Een stukje verder verzamelde zich de hele groep in een keerwater. Een dappere vaarster voer met "schwung" maar zonder opkanten vanuit het keerwater de hoofdstroom in en eindigde de oefening met een perfecte halve eskimorol.

Ze maakte wat water en leegde de boot zelf.

Een klein stukje en veel stenen verder werd een korte pauze gehouden.

Na wat kleine vervalletjes kwam een wat grotere stuw in zicht tegen het decor van stapels autobanden, kippengaas en golfplaten, overdekt met een groen tapijt van mos en algenaanslag.

De stuw was steil en beneden lagen stenen waardoor twee vaarders er verstandig aan deden om over te dragen. Zo bleven hun boten en vooral zij zelf onbeschadigd.

Verder ging het, de Aisne konkelde zich door het landschap met veel kleine vervalletjes om en over de stenen, waarbij iedereen zijn best deed om de beste route tussen de stenen door te vinden.

Dat ging goed want tot aan het eerste dorp werd er niet meer gezwommen.

In het dorp aangekomen begon het water langzamer te lopen en was een hoop geklater van water duidelijk hoorbaar. Bij iedereen steeg de hartslag, om de bocht zat een flinke stuw.

Links ging er minder water af dan rechts, links zaten meer stenen en rechts was helemaal vrij. Toch kozen er maar twee vaarders voor de rechterzijde, terwijl je op water toch veel zachter landt dan op keien.

Twee deelnemers droegen over en uiteindelijk kwam iedereen goed beneden aan, meer of minder nat.

De moeheid en de kou gingen nu iedereen parten spelen en de volgende zwempartij liet niet lang op zich wachten.

De boot werd alleen geleegd en er werd niet geklaagd.

De hele groep was weer bij elkaar en er werd aan de laatste kilometers begonnen.

De laatste hindernis was een brede stuw met een niet al te steil talud, aan de linkerzijde liep het water op een muur af, aan de rechterzijde was de afvaart vrij. Aan de linkerzijde kwam genoeg water naar beneden,

aan de rechterzijde kwam geen water naar beneden en daartussen werd het geleidelijk meer.

Twee personen voeren links naar beneden waarvan de vaarster genoemd moet worden, ze kwam sierlijk en met behulp van een peddelsteun keurig overeind beneden zonder de muur te raken.

De rest van de tocht is probleemloos verlopen.

Nog even leek het de verkeerde kant op te gaan toen de laatste man de groep in Bomal, waar de Aisne in de Ourthe uitmondt, stroom afwaarts de Ourthe af wilde sturen terwijl de auto's stroomopwaarts geparkeerd stonden.

Gelukkig had de canadees vaarder wel nagedacht en stapte de groep op de juiste plaats uit.

Het was toen rond 17h, volgens het gebodsbord moest je dan van de beek af zijn, net op tijd dus. In de invallende duisternis kleedde de groep zich om, laadde de boten op.

De groep reed terug naar het instappunt waar nog een auto stond.

Daarna werd aan de terugreis begonnen.

 

Het was ondanks de lage temperaturen een bijzonder geslaagd weekend geworden door de goede sfeer en de bereidheid elkaar te helpen.

Hopelijk tot de volgende keer,

 

Wim Rottier