Door: Geertje
Mijn vorige verhaal ging over avonturen in de Ardennen. Dit keer gingen we een weekendje naar de Luxemburgse Eifel. Ook daar veel beekjes met stromend water in een prachtige omgeving. Ik zit nu (de maandag erna) nog na te ‘genieten’, ik ben beurs, brak en heb onwijze spierpijn in mijn schouders, bovenarmen en bovenbenen. Maar het was een geweldig weekend! Dit was de eerste keer dat ik de hele weg ging rijden, met twee bootjes op mijn dak geknoopt een paar uur autorijden. Ik vind autorijden meestal vermoeiend en dat was dit keer niet anders. Toen we uiteindelijk rond 14:30 uur aan de kant van de beek stonden (naast de blokhut waar we logeerden) had ik dan ook echt geen zin om te varen. De combinatie van het moe zijn en het feit dat het alweer 5 maanden geleden was dat ik in mijn bootje gezeten had, gaven me niet echt vertrouwen. Maar toch maar proberen. We gingen varen op de Clerve (geloof ik), een erg smal beekje, met wat vervelend overhangende takken en bomen die onwijs in de weg stonden. Vorige keer was de kern van het verhaal dat stenen graag geknuffeld willen worden, de steen is mijn vriend. Dit weekend heb ik geleerd, dat bomen niet graag geknuffeld willen worden. De boom is mijn vijand. In de derde bocht vaarde ik vol tegen een boom aangezien de stroom mij daarheen drukte. Ik bleef een tijdje aan de boom hangen, maar de situatie was vrij uitzichtloos. Dus toen ik de boom losliet werd het zwemmen. KOUD!! Ik kreeg echt een klap tegen mijn achterhoofd van het koude water en mijn handen waren vrijwel op slag bevroren. Ik zag het echt niet zitten om verder te varen. Het voelde niet goed. Aangezien we nog vlak bij de camping waren besloot ik terug te lopen. Het was misschien een kilometer tot de camping, maar wat een ploeteren met die boot achter me aan. Uiteindelijk hebben de mannen Na de negatieve ervaring op vrijdag moest ik er zaterdag toch weer aan geloven. Met de gedachten aan de vorige keer in de Ardennen (onwijs positieve ervaring toen J) ben ik dus toch maar weer ingestapt. Dit keer de Süre, het water stond bijna stil. Een aantal van ons (ik niet) zagen er een beetje tegenop zo’n rustig beekje te varen, bang dat het saai werd. Nou dat werd het niet, tenminste niet voor mij. Na nog geen Wat een kick, die stuwen! Positief voor mij was dat het water achter elke stuw rustig was. Dus wanneer ik zou gaan zwemmen zou er verder niets aan de hand zijn. Niet afdrijven en moeite doen om aan de kant te komen. Uiteindelijk bleek dat sowieso niet nodig, aangezien ik het op zaterdag voor elkaar kreeg om de hele dag niet te zwemmen. Dat kan helaas niet gezegd worden van Karinke, die kreeg een nat pak doordat ze een steen te laat opmerkte. Erg grappig aan de situatie was dat ze ongeveer 10 seconden voor de plons tegen mij zei: ‘wat niet is, kan nog komen’. Hiermee doelde ze op het feit dat ik nog wel eens zou kunnen gaan zwemmen. Hilarisch, maar toch ook wel weer zielig, aangezien ik wist hoe koud het water was. Uiteindelijk hebben we een dikke Op zondag gingen we varen op de Irsen, toen ik het water zag, zag ik het op slag niet meer zitten. Weer een smal beekje, met voor mijn gevoel behoorlijk stromend water. Maar wat een geweldige tocht!! Het varen ging lekker, het sturen ging goed, de golven waren hoog. Wat een adrenaline. Toen kwamen we bij een laag overhangende boom, daar gingen we wel even onderdoor varen, Karinke, Marco en ik dan. Ruud en Anton waren slim genoeg om over te dragen. Toen ik vlak bij de boom was vond ik ‘m toch wel héél erg laag en besloot er op de kop wel onderdoor te passen. Zwemmen dus. Maar door de adrenaline was het water veel minder koud dan op vrijdag. Nog een zwembeurt doordat ik (bijna aan het einde van de tocht) met mijn peddel tegen een boom sloeg en daardoor de peddel in mijn gezicht kreeg. Daar schrok ik zo van dat ik uitweek naar achteren, en tja, dan ga je om. Anton zou het verhaal spannender omschrijven door te zeggen dat de boom de peddel afpakte en mij in het gezicht sloeg. Hij is zelf door een boom gegrepen en naar achteren getrokken, dus bomen zijn zeker de vijand van Anton (en ook van mij hoor, je kan er namelijk niet overheen varen, tenminste niet de rechtopstaande). Het was een heerlijke tocht, lekker stromend water en het varen ging echt goed J. Wat was ik uiteindelijk blij dat ik niet van tevoren wist wat me te wachten stond en gewoon weer was meegegaan. Ik leer echt steeds bij. Ik kan nu ook een beetje fatsoenlijk keerwaters varen, dat wil zeggen, zonder omgaan zoals vorig jaar! Ik begin het nu jammer te vinden dat we maar 2 keer per jaar gaan. Ik zou zo weer willen. 10 maart 2009